Verschil DigiD vs. een Reguliere pentest?
Het verschil tussen een reguliere pentest en een pentest voor DigiD ligt vooral in de specificiteit en de strikte eisen die gesteld worden aan de test voor DigiD. Daarnaast is een DigiD pentest voor aansluithouders een jaarlijkse verplichting. Voor 1 mei dienen de rapportages over de volledige NORM te zijn ingestuurd door een geregistreerde en gecertificeerde auditor aangesloten bij de NOREA (beroepsorganisatie EDP auditors) Vereenvoudigt hieronder de belangrijkste verschillen:
1. Compliance en Normen
Reguliere Pentest: Deze pentests volgen vaak industriestandaarden zoals OWASP, NIST, of ISO. Ze richten zich op het identificeren van kwetsbaarheden in systemen, applicaties, en netwerken.
DigiD Pentest: DigiD-pentests moeten voldoen aan specifieke eisen die zijn vastgelegd door het Nederlandse Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG). De pentest moet uitgevoerd worden volgens de richtlijnen van het "Normenkader DigiD". Dit betekent dat er aanvullende controles zijn, gericht op de bescherming van persoonlijke gegevens en authenticatiesystemen.
Logius en de NOREA spelen hierbij een belangrijke rol. Logius houdt in opdracht van BZK toezicht op het naleven van de Voorwaarden DigiD, zoals de uitvoering van de DigiD Assessments. Ook is Logius verantwoordelijk voor het toezien op het tijdig oplossen van tekortkomingen.
2. Scope en Diepgang
Reguliere Pentest: De scope van een reguliere pentest kan variëren en wordt bepaald door de specifieke wensen van de klant. Het kan zich richten op een breed scala aan systemen, afhankelijk van wat belangrijk wordt geacht.
DigiD Pentest: De scope is vaak strikter gedefinieerd en gericht op de componenten die betrokken zijn bij de DigiD-infrastructuur. De focus ligt op de beveiliging van persoonsgegevens en de authenticatieprocessen, met een diepgaande analyse van deze specifieke onderdelen.
3. Rapportage en Verantwoording
Reguliere Pentest: Het rapport kan variëren in detail en is meestal bedoeld voor intern gebruik binnen een organisatie. Er zijn minder specifieke rapportagevereisten.
DigiD Pentest: De rapportage moet voldoen aan specifieke eisen en wordt vaak gecontroleerd door externe auditors. Het rapport moet uitgebreid zijn en voldoen aan het Normenkader DigiD. Het moet niet alleen de bevindingen en kwetsbaarheden beschrijven, maar ook de potentiële impact en de aanbevolen maatregelen.
4. Frequentie en Herhalingscyclus
Reguliere Pentest: De frequentie van reguliere pentests hangt af van de organisatie en de gevoeligheid van de systemen. Dit kan jaarlijks of zelfs minder frequent zijn.
DigiD Pentest: DigiD-pentests moeten minimaal één keer per jaar worden uitgevoerd, en soms vaker als er grote veranderingen worden doorgevoerd in de infrastructuur. Dit is een vereiste om de DigiD-certificering te behouden.
5. Certificering en Kwalificatie van Testers
Reguliere Pentest: Er is geen specifieke certificering vereist om een reguliere pentest uit te voeren, hoewel veel bedrijven ervoor kiezen om gecertificeerde professionals in te huren.
DigiD Pentest: Testers die DigiD-pentests uitvoeren moeten specifieke kwalificaties en ervaring hebben, en vaak gecertificeerd zijn door erkende instanties zoals CREST, OSCP, of vergelijkbare certificeringen.
Conclusie:
Een DigiD-pentest is veel specifieker en rigoureuzer dan een reguliere pentest, met strengere eisen voor compliance, scope, rapportage, frequentie, en kwalificaties van de testers. Dit maakt het een gespecialiseerde vorm van pentesting die essentieel is voor organisaties die DigiD-integraties aanbieden.